Is er commitment van bestuurders op het participatietraject?

Onderwerp
Hoe richt je het participatieproces goed in?

Uiteraard is het niet alleen belangrijk dat er middelen en menskracht beschikbaar is voor het participatietraject, maar ook dat bestuurders en volksvertegenwoordigers achter het gekozen traject staan. En bereid zijn de input serieus mee te wegen. Dat bepaalt uiteindelijk ook hoeveel ruimte er is voor de omgeving om mee te praten.

Bestuurlijk commitment kan op twee manieren tot uitdrukking komen:

  • Door het promoten en verdedigen van het belang van het participatieplan;
  • Door de resultaten van het participatieplan te gebruiken.

De uitkomsten van het participatieproces kunnen worden meegenomen in de besluitvorming. Nog verdergaand commitment kan door als bestuurder toe te zeggen de besluitvorming afhankelijk te maken van de uitkomst van het participatieproces.

Weerstand of betrokkenheid?

De RES biedt veel ruimte om participatie naar eigen inzicht in te vullen. Dat biedt mogelijkheden, maar kan ook zorgen voor onzekerheid en gebrek aan houvast. En kan daarom resulteren in een hand op de rem. Bekende argumenten zijn dan:

  • ‘Wij hoeven niet voorop te lopen’
  • ‘Dat durf ik niet aan’/’Dat durft onze wethouder niet aan’
  • ‘Ik weet niet waar ik moet beginnen.’
  • ‘Wat doen we als er weerstand ontstaat?’

Erken de angst die leeft en toon daar begrip voor. Participatie is, zeker als het de eerste keer is, best spannend. Maar weerstand tegen participatie is niet per definitie negatief. Weerstand betekent namelijk ook dat mensen betrokken zijn en bestuurders goed nadenken over de risico’s. Die risico’s kunnen heel relevant zijn voor je proces of plannen. Bekijk weerstand dus ook op die manier: er is betrokkenheid en dat is een mooi begin.

Leg helder uit wat je al wel weet, maar ook wat je nog niet weet. Leg uit hoe je dat gaat uitzoeken, bijvoorbeeld door op zoek te gaan naar goede voorbeelden, op bezoek te gaan bij een buurgemeente, of een expert in te vliegen.

Je kunt er ook voor kiezen een pilot of proeftuin te starten, waardoor je meer ruimte creëert voor fouten. Het is immers een experiment. Geef dit dan ook duidelijk aan bij het begin van het participatietraject: erken dat je nog niet alles weet en dat er iets mis kan gaan. Als dit dan gebeurt, kun je vaak ook rekenen op meer begrip. 

Laat ten slotte zien dat je bent voorbereid op onbedoelde of onverwachte uitkomsten van het participatietraject en ook dat je weet hoe je dit het beste kunt voorkomen

Meer lezen

  • Kaarten van de borst – een blog van Guido Rijnja (Ministerie van Algemene Zaken) over waarom het natuurlijk is om terughoudend te zijn, maar heel belangrijk is om contact te maken over de opgave die je hebt. Zijn boodschap? Benut je terughoudendheid!