Verhaal 2: ik verwacht dan ook dat ze echt iets met onze adviezen doen

Op 12 september kwam het burgerforum Brabant Praat voor de vierde keer bijeen. Dit keer gingen de deelnemers hun ideeën uit eerdere sessies omzetten in adviezen. En daar zelfs al over stemmen. Organisator Jonneke Stans was vooraf licht gespannen: ‘Gaan er concrete en gedragen adviezen uitkomen?’

deelnemers stemmen over een voorstel

Een zonnige maandagavond in Etten-Leur. Rond 17.30 uur stroomt de vergaderzaal in Het Turfschip vol burgerforumgangers. Er worden handen geschud en praatjes gemaakt. Duidelijk is dat de deelnemers er vanavond zin in hebben: de stemming zit er meteen al goed in. Na een welkomstwoord door Jonneke Stans wordt iedereen uitgenodigd zich tegoed te doen aan een smakelijk Oekraïens buffet, waarna een korte inleiding volgt door RES-procesregisseur Victor van den Berg en een presentatie door Mary van der Torre van netbeheerder Enexis. 

Systeemefficiëntie verdient voorkeur 

De RES-regio heeft Enexis gevraagd advies te geven over welke duurzame opwekopties er technisch mogelijk zijn in West-Brabant, gezien het probleem van netcongestie en het feit dat er meer zon op veld gepland is dan was afgesproken in de RES 1.0. Mary legt uit dat Enexis kijkt naar drie sporen: ten eerste een kaasschaafmethode waarbij op verschillende plekken een beetje zon op veld wordt geschrapt, ten tweede focus op systeemefficiëntie en als derde nadruk op innovatie. Conclusie van Enexis is dat systeemefficiëntie de voorkeur verdient, vooral via cable pooling, gelijkere verdeling van wind en zon, en meervoudig ruimtegebruik. Voor de netimpact is het efficiënter om op één locatie zon op veld fors te verminderen, dan op alle locaties een klein beetje, ook al lijkt dat laatste eerlijker. ‘En kijk ook naar de kosten’, adviseert Mary. ‘Kleinere windmolens hebben minder impact op het landschap, maar leveren minder rendement op en zijn relatief duur. Je kunt daarvoor kiezen, maar wees je dan wel bewust van de consequenties.’ 

Werken met Open Space 

Met die kennis in het achterhoofd gaan de deelnemers aan het burgerforum zelf aan de slag. ‘We werken dit keer in drie rondes’, legt Jonneke uit. ‘Eerst zetten we de ideeën van de vorige keer om in conceptadviezen. In de tweede ronde maken we de conceptadviezen definitief, en in de laatste ronde gaan we erover stemmen.’ Het burgerforum werkt met de methode Open Space: deelnemers kiezen zelf de onderwerpen waarover ze willen meepraten en haken daarbij aan. Als ze het gevoel hebben dat ze klaar zijn met het onderwerp, stappen ze over naar een ander thema en praten ze daar verder. Er zijn vijf tafels waar mensen bij kunnen aansluiten: energiebronnen, energietransitie algemeen, energienet en opslag, betrekken van inwoners en ruimte en landschap. Op de tafels liggen papieren met daarop de ideeën die uit eerdere bijeenkomsten naar voren zijn gekomen. Bijvoorbeeld ‘opwek, verbruik en opslag van energie moeten dichtbij elkaar gebeuren’, ‘bied inwoners duidelijke keuzes en informeer hen goed’ en ‘zet windparken neer waar het het meeste waait.’ 

Oprechte interesse 

In twee etappes gaan de deelnemers aan de slag om van deze ideeën beleidsadviezen te maken die opgenomen kunnen worden in het eindrapport voor de lokale en regionale politiek die erover zal besluiten. Dat betekent, aldus Jonneke, dat de adviezen duidelijk moeten zijn, concrete (maar niet al te specifieke) actiepunten moeten bevatten en haalbaar en realistisch moeten zijn. In alle groepjes komen direct gesprekken op gang. Dat gebeurt in een opvallend rustige sfeer. Niemand verheft zijn stem, de deelnemers laten elkaar uitpraten en blijken oprecht geïnteresseerd in de ideeën van anderen. Je merkt dat iedereen toewerkt naar hetzelfde doel: het opstellen van goede adviezen om duurzame opwek eerlijk in de regio te verdelen, met oog voor het landschap en de omgeving. En dat terwijl er grote verschillen zijn tussen de deelnemers in leeftijd, achtergrond, kennis en opvattingen over energie. ‘Ik werk als verpleegkundige’, vertelt een van de hen, ‘dus ik heb in mijn werk niet veel met dit onderwerp te maken. Ik aarzelde toen ik de brief kreeg, maar ik besloot toch mee te doen, want ik heb best een mening over verduurzaming. Nu word ik in onze dorpsraad uitgenodigd om te vertellen over wat ik hier heb geleerd. Dat vind ik leuk.’ Een andere deelnemer vertelt dat zij zich zorgen maakt over de hoge energieprijzen en de gezinnen die daardoor in de problemen komen. ‘Ik vind het een eer dat ik ben uitgenodigd voor dit burgerforum’, zegt zij. ‘Het is belangrijk dat de politiek luistert naar wat wij als inwoners vinden. Daarom doe ik graag mee.’ ‘Maar ik verwacht dan ook dat ze echt iets met onze adviezen doen’, vult een ander aan. 

Stemmen over de adviezen 

Aan het einde van de tweede ronde druppelen er per onderwerp steeds meer kant-en-klare adviezen binnen bij de organisatie. Die worden in de derde ronde stuk voor stuk op de beamer getoond, zodat erover gestemd kan worden. Jonneke legt uit hoe dat werkt en voegt toe dat er nog niet wordt gediscussieerd naar aanleiding van de stemming. ‘Dat doen we tijdens de vijfde bijeenkomst. Dan zetten we de puntjes op de i en kijken we of we nog wat missen en of de adviezen echt antwoord geven op de vragen die aan het burgerforum zijn gesteld.’ Er blijken over alle onderwerpen al bruikbare adviezen te zijn opgesteld. Sommige adviezen worden bij stemming meteen overgenomen. Bijvoorbeeld het advies om grootverbruikers te stimuleren bewuster met hun energieverbruik om te gaan en hen daar ook publiekelijk verantwoordelijk voor te houden. Een groot deel van de adviezen wordt in principe aangenomen, maar moet een volgende keer nog worden aangescherpt. Zoals het advies om inwoners aan te sporen thuis aan de slag te gaan met verduurzaming. Een enkel advies wordt afgewezen. 

‘Burgerberaad zou normaal moeten zijn’ 

Tegen 21.30 uur rondt Jonneke de avond af, door de deelnemers hartelijk te danken voor het delen van hun ideeën en de mooie gesprekken. Organisatie en deelnemers kijken voldaan terug op een intensieve, waardevolle bijeenkomst. Jonneke haalt opgelucht adem: er waren niet alleen goede gesprekken, maar er zijn ook daadwerkelijk adviezen tot stand gekomen die in stemming konden worden gebracht. De deelnemers zijn verbaasd als ze horen dat nog lang niet alle RES-regio’s dit soort burgerberaden organiseren: ze vinden dat dat eigenlijk normaal zou moeten zijn. ‘Dit is echt West-Brabant’, zegt Johan de Beer, niet zonder trots. Twaalf jaar was hij wethouder in Zundert, onlangs startte hij als opvolger van RES-procesregisseur Victor van den Berg, die iets anders gaat doen. ‘Wij zijn nuchtere mensen. Als er iets te doen valt, stropen we de mouwen op en gaan we aan de slag.’ 

Meer informatie 

Burgerforum Brabant Praat

Contactpersoon 

Jonneke Stans stans@emma.nl